Opinie

Is ons geldsysteem te complex voor hervormingen?

18-03-2016 16:35

Er waren een handtekeningenactie van de stichting Ons Geld en het toneelstuk de Verleiders nodig om het fundamentele debat over geldschepping op de politieke agenda te zetten. Ik was op 16 maart, acht jaar na de financiële crisis, aanwezig bij het eerste Tweede Kamerdebat over dit machtige economische instrument. Het burgerinitiatief Ons Geld vindt dat het scheppen van geld geen taak is van commerciële banken, maar van de overheid.

Dat geldcreatie nog steeds losstaat van democratische controle is, met de financiële crisis in het achterhoofd, op zijn minst opmerkelijk. Juist als financiële en maatschappelijke belangen groot zijn, is democratische controle belangrijk. Een debat over ons geldsysteem is dan ook gewenst, maar hoe reëel is de aangedragen oplossing van Ons Geld? Een geldscheppende overheid roept bij de meeste ‘liberalen’ een angstbeeld op van betuttelende en incompetente politici aan de knoppen van onze economie.

“De overheid moet niet bankieren”

Het argument dat de overheid niet moet bankieren werd ook in dit debat vaak op tafel gegooid. Een mooie oneliner, maar wat wordt precies bedoeld met ‘bankieren’? Wanneer bankieren wordt beschouwd als het verstrekken van kredieten is de kerntaak van financiële instellingen, zoals de minister die omschrijft: “risico’s doorgronden en prijzen”. Bankieren houdt in het huidige geldstelsel echter meer in dan kredietverstrekking. Banken lenen niet alleen bestaand geld uit, maar creëren ook nieuw geld in de vorm van schuld. Daarmee beschikken ze over het winstgevende instrument van geldcreatie en oefenen ze grote economische en maatschappelijke invloed uit. De taakomschrijving als ‘risico-inprijzer’ is daarom ontoereikend.

Geldcreatie is geen kredietverstrekking

Het burgerinitiatief wil een duidelijke scheiding aanbrengen tussen de rol van geldschepper en uitlener. Geldcreatie moet in het publieke belang plaatsvinden en geld uitlenen mag worden gedaan vanuit commercieel belang. In het huidige systeem lopen die twee rollen door elkaar. Een verwarrende situatie waarbij belangenverstrengeling op de loer ligt. Die verwarring kwam ook tijdens het debat duidelijk naar voren; de begrippen ‘kredietverstrekking’ en ‘geldcreatie’ werden te pas en te onpas door elkaar gebruikt.

Het burgerinitiatief wil kredietverstrekking, net als in de huidige situatie, overlaten aan de markt. Men pleit echter voor transparante geldcreatie, ondergebracht in een democratisch gecontroleerd orgaan. Het argument dat democratische controle op ‘geldcreatie’ de marktwerking in ‘kredietverlening’ zou belemmeren is dan ook een drogredenering. Bovendien heeft juist de huidige situatie, waarin centrale banken en enkele grote commerciële banken de geld creërende macht verdelen, niets te maken met vrije markt, noch met democratie.

Fundamentele rol van geld niet ter discussie

De minister van Financiën is niet voor een alternatief voor geldschepping hoewel hij ‘het debat over geldschepping aanmoedigt’. Volgens Dijsselbloem hebben maatregelen als de hogere kapitaalreserve voor banken en de Europese ‘bail-in’-regels de kern van het monetair stelsel al aangepakt. In essentie bouwen deze maatregelen echter voort op hetzelfde fundament en dichten ze enkel grote gaten.

Ook in dit debat lijken politici liever te praten over praktische zaken binnen het huidige monetair stelsel dan over fundamentele hervorming. Het is een stuk makkelijker scoren met een pleidooi voor de SNS als staatsbank of de oprichting van een full reserve-bank.

Het private winstbejag dat nu ten grondslag ligt aan de geldcreatie is het belangrijkste punt van kritiek op de status quo. Het burgerinitiatief pleit voor ‘geldcreatie in het algemeen belang’. Voor fundamentele hervorming is het daarom essentieel om dat algemeen belang te definiëren. Geldcreatie zou beter kunnen aansluiten bij duurzame economische ontwikkeling, maar ook andere ecologische of sociale doelen kunnen dienen. De welkome verdiepingsslag over de maatschappelijke functie van geld werd in het debat niet gemaakt. Een gemiste kans, want die discussie hoort thuis in de politieke arena en wordt zeker niet gevoerd in de bancaire sector.

Politici schuiven verantwoordelijkheid af

Hoewel bankiers en politici het graag ontkennen, zijn geld en politiek onlosmakelijk met elkaar verbonden. Om de richting van invloed hiertussen om te draaien, is hervorming van het geldstelsel vereist. Politici direct de geldkraan laten beheren lijkt een slecht idee, als je afgaat op de beperkte financiële kennis van de aanwezige Kamerleden. Onkunde is echter geen argument om geldcreatie dan maar over te laten aan bankiers en democratische controle weg te wuiven. Verder onafhankelijk onderzoek naar de mogelijkheid tot scheiding van kredietverlening en geldschepping lijkt dan ook de hoogst haalbare uitkomst van het debat.