Business

Brulding van de Week: Hollywood

15-12-2011 09:30

U lust wel een kuub inches? Welke inches? Over smaak valt niet te twisten zeggen ze. Toch zullen ouwe lullen met een petrodeformatie vermoedelijk bij andere benzinerijke films zwijmelen dan jonge zuigertappers. De een gaat voor spektakel, de ander voor realisme. De filmindustrie, met Hollywood als personificatie hiervan, heeft er breed in voorzien. Vooral met snelle films. Wat wel opvalt is dat de makers meestal weinig snappen van de wielen die ze op het doek laten schitteren. Zij die ermee rijden vaak evenmin.

In de vroege filmtijd, toen het nitraatcellulose waar ze op geschoten werden zelf nog wel eens voor spectaculair vuurwerk zorgden, waren wielen veelal bijzaak ondanks vroege helden als Laurel&Hardy die erg leuke dingen deden met hun T-Ford. Ook Buster Keatons gemotoriseerde tartingen van het noodlot mogen er zijn. En reken maar dat hij kon autorijden. Dat laatste is er in de loop der jaren helaas niet beter op geworden in de filmwereld. Of het is bovennatuurlijk. Zo kun je als chauffeur in Hollywood met hoge snelheid de passagier langdurig blijven aankijken zonder van de weg af te raken. Wat best vreemd is daar de meeste acteurs (m/v) al flink moeten sturen om simpelweg rechtuit te rijden. Misschien sturen filmauto’s gewoon belazerd. Zelfs stilstaand op een rollend platform.

Hoewel de achteruitkijkspiegel al vroeg in de opmars van motorvoertuigen zijn intrede deed, wordt er anno 2011 op het witte doek nog steeds maar mondjesmaat gebruik gemaakt van dit handige optische instrument om achterliggers te volgen. Ook als ze achtervolgd worden vertrouwen ze de spiegel niet en draaien zich liever om. Wat erg gevaarlijk is met de nog immer aanwezige stuurspeling van het gebruikte Hollywoodblik.

Dat Amerikanen moeite hebben met handmatige versnellingsbakken -op twee of vier wielen maakt niet uit- zie je in in hun films keer op keer terug. Vooral als ze het zelf willen doen. Van de Furious Fast series tot Biker Boyz, ze blíjven schakelen. Toch zijn er iconen die wél weten hoe het hoort. Steve McQueen bijvoorbeeld. Die kon zijn Ford Mustang GT 390 voor de 1968 productie Bullitt best zelf aan, maar moest van de verzekering het stuur regelmatig aan stuntman Max Balchowski overdragen. Ook zijn Gulf-Porsche 917 voor de 1971 film Le Mans, mocht hij niet altijd zelf rijden. Rob Slotemaker zette nog rubber in rook om voor deze film. Een piepjonge Jan Lammers was daar bij, zag het gebeuren en zou het nooit vergeten.

In Europa doen we het meestal iets minder uitbundig en zelfs Amerikanen die alhier aan de touwtjes trekken bij filmproducties houden zich in en doen het iets realistischer. Ronin uit 1998 is daar een goed voorbeeld van. Wielvriendelijk is men helaas nergens in de filmwereld. Op de buis evenmin trouwens. Zelfs de goden zijn er barbaren. Richard Hammond is een technische Filistijn en wat de ogen van Jeremy Clarkson zien, maken zijn handen stuk. Tot James May’s ongenoegen. Wat hem de echte held van wielliefhebbers maakt. De ware God der schuurtjesmensen.

Wij vinden Amerikanen kampioen vernielzuchtige verspilling. Wat je in hun filmproducties terugziet gezien de hoeveelheden schroot die er aan eind van actiefilms meestal gedraaid is. Toch zijn Europeanen de grootste barbaren. Zeker met wielen. Neem The Italian Job uit 1969 maar. In de eerste minuten gaat er al een Lamborghini Miura aan gort. Schokkend. Later gaat een E-type voor je ogen het ravijn in en de drie echte helden uit de film, de dappere Coopers, worden na hun schitterende aandeel in de job gewetenloos de rotsige diepte in gedonderd. Is dat prettige petroporno of een SM-film voor benzinehoofden?

Buster Keaton zonder cgi

Waarschuwing: bevat schokkende beelden

Om van de vorige PTSS bij te komen en ter afsluiting, een respectvol lijntje pk-parels met Alain de Cadenet (Victory by Design dat weer op Discovery World verscheen). Een van de weinige autoprogramma’s waarin hemelse herrie niet door dwangmatige kutmuziek wordt verpest