Duitse occasions zijn in trek, de import van auto’s uit Duitsland is in het eerste half jaar van 2017 fors gestegen. Reden: het aanbod is groter dan in Nederland en de prijzen duizenden euro’s lager. Bij de oosterburen komen er elke dag duizenden nieuwe gebruikte auto’s op de markt. Logisch gevolg: veel scherpere prijzen dan in Nederland. Europese regelgeving speelt ook mee. In vroeger tijden bestond er nog geen Europese garantie, nu wel (Laat u niet anders vertellen). Bovendien zijn Duitse auto’s vaak vollediger uitgerust, wie zoekt met een scherp oog zal al snel resultaat boeken.
Bijkomende oorzaak voor de groeiende import van Duitse wagens is dat in Nederland vooral veel leaseauto’s op de tweedehands markt komen. Dat zijn vaak diesels en hybriden waar nu eenmaal weinig vraag naar is. Scherpe consumenten richten de blik dan al snel naar het oosten. Importeren via bijvoorbeeld Dasimport bewijst dat een Duitse auto halen niet duur hoeft te zijn. Sterker: in 2016 voerde Duitsland de lijst van populaire importlanden aan met 62,7 procent. Ver daaronder België en dan pas Frankrijk, Spanje en Italië. De Nederlandse consument heeft steeds minder moeite zijn weg in het buitenland te vinden. Ter vergelijking: in 2011 werden ruim 90.000 auto’s uit het buitenland geïmporteerd, in 2016 waren dat er al ruim 179.000. En dat worden er dit jaar dus nog meer.
Dat het even duurt voordat een wagen uit Duitsland in Nederland terechtkomt, lijkt de kopers dus niet te deren. De Dienst Wegverkeer (RDW) moet de auto namelijk eerst registreren, ook moet er rest-BPM betaald worden. Dat duurt soms twee tot vier weken. Op internet is daar voldoende advies over in te winnen en nadat RDW en Belastingdienst er een klap op hebben gegeven, kan de consument dus relatief snel met een Nederlandse nummerplaat op zijn Duitse bolide de weg op.
