Weten & Tech

Mans’ Brulding: ‘Perpetual Oil’

22-08-2015 17:00

perpetualmotion
 
Als kleuter droomde ik wel eens van het vermogen om slagroom te poepen. Ik zou de hele dag aan mijn kont likken. Los van dat dergelijke lenigheid dun is gezaaid, slagroom poepen is peanuts. Olie poepen, dat zou wat zijn. Bij het Californische bedrijf LS9 waren ze er mee bezig, wat een paar jaar geleden jubelnieuws werd. Maar, hoe zit het nu met hun genetisch gemodificeerde eencellige organismen die olie ‘poepen’? De ‘Oil 2.0’?

Het leek zo veelbelovend. Genetisch aangepaste E.coli bacteriën die (liefst) landbouw- en huishoudelijk gft-afval eten, en welhaast pompklare ‘peut’ poepen. En niet zo’n beetje ook. De coli’s endeldarmpjes aan het werk gezet in duizend liter vaten zouden wekelijks een barrel (159 liter) zuigerkinetiek gaan opleveren. Waar 40 sq ft (3,7 m²) aan ruimte voor nodig was. Cijfermatig verwerkt betekent dit een theoretische jaarlijkse hectareopbrengst van (10.000 : 3,7) x 159 x 52 = 22.345.946 liter olie. Er gaat echter wel eens vat stuk, waar je bij moet kunnen komen, dus circa 15 miljoen liter olie per hectare per jaar is een meer realistische theoretische opbrengst. Geweldig. Niet?

Ter vergelijking, de opbrengst van Puur Plantaardige Olie (PPO) zoals bijvoorbeeld uit koolzaad, is circa 1500 liter per hectare (150.000 liter per km²). Gemakshalve alle peutsoorten voor elk gebruik over een kam scherend betekent dit voor Nederland -jaarlijks olieverbruik circa 58.830 miljoen liter- dat er 392.220 km² landbouwgrond nodig is om voldoende bio-olie te produceren. Gezien Neerlands oppervlakte van 41.526 km² is koolzaad of iets dergelijks als Olie 2.0 sowieso dus een utopie.

De coli’s, die kennelijk welhaast E=mc²-matig productief zijn, zouden dus aan circa 40 km² grondoppervlakte voldoende hebben om ons land van olie te voorzien. Helaas, als iets te mooi is om waar te zijn… .

Hoe ‘niet waar’, want we hebben weinig meer vernomen van LS9’s wonder-coli’s, wordt in een 2014 www.technologyreview.com artikel uitgelegd. Kort: wat werkt in een lab, is niet hetzelfde als wat werkt op een industriële schaal. Anders gezegd, mocht het al lukken om een E.coli te bewegen om vrijwel zuigerklare peut te gaan poepen, een barrel per week is wel erg veel gevraagd.

Laten we echter nog even door fantaseren. Er wordt nog wat gesleuteld aan E.coli, die uiteindelijk een darmstelsel krijgt waarmee het wonder voor Nederland op 250 km² aan landoppervlakte kan worden verricht. De vraag die dan rijst is: produceren we in Nederland voldoende biologisch afval dat eetbaar is voor E. coli? Als je immers bijvoorbeeld suikerbieten moeten gaan verbouwen om E.coli te voeren, heb je heel wat kilo’s suikerbiet nodig om er 58.830 miljoen liter ‘zuigerklaar’ uit te laten darmdrentelen. Wat een boel landbouwgrond kost. Gelukkig is onze nieuwe super-coli een alleseter, die niets uit de biobak schuwt, en als toetje zelfs een oude autoband niet afslaat.

Werkt zo’n fantasie dan? Helaas niet. In 2013 is er in Nederland circa 1,27 miljoen kilo aan huisghoudelijk gft-afval verwerkt (.pdf). Dan moet er zelfs met de meest smakelijke Pirelli’s uit de Italiaanse keuken nog heel wat eetbaars aan bijvoorbeeld agrarisch bio-afval voor E. coli bijkomen om jaarlijks de verlangde 58.830 miljoen liter ‘peut’ te poepen. En die DMC-12 DeLoreans worden ook al niet meer gemaakt.

 

Titelfoto: perpetual motion machine: The Modular Trough Leverage Device (foto: wiki-commons, door NCoppedge)