Business

De mythe van de geldpers

16-08-2013 14:28

Als er één woord is dat de financiële pers graag gebruikt, dan is het het woord “geldpers”. Zo zou de Amerikaanse Fed met haar QE enorme hoeveelheden geld bijdrukken. Als je dat hoort is het niet vreemd dat de angst voor inflatie je naar de keel grijpt. Als u dit (net als ik vroeger) gelooft, dan heb ik goed nieuws voor u: De hyperinflatieveroorzakende geldpers bestaat niet!

Vaak wordt met de geldpers dus QE bedoelt. Via het programma QE koopt de Fed Amerikaanse staatsobligaties op van commerciële banken. Deze aankoop wordt gedaan met uit het niets gecreëerde liquiditeiten. Ik hoor u denken: “Wat?! Uit het niets?!, dat moet inflatie veroorzaken toch?”. Het antwoord is vreemd genoeg nee. Dat zien we wanneer we goed kijken naar wat er nu precies gebeurt, wanneer er d.m.v. QE obligaties worden opgekocht.

Wanneer de Fed met de liquiditeiten de obligaties opkoopt, dan zullen deze obligaties als bezittingen op haar balans worden gezet. De bank heeft de liquiditeiten ontvangen van de Fed, waardoor ze op haar reservebelans bij de Fed geld krijgt bijgestort. De bank beschikt nu over een groter aantal reserves die ze aanhoudt bij de centrale bank en ontvangt over die reserves een rente.

Minimale reservevereiste

Het beschikken over reserves bij de centrale bank is voor banken essentieel, omdat banken moeten voldoen aan een minimale reservevereiste (deze bedraagt in de VS 10 procent). Deze houdt zeer kort en bondig in dat een bank van al het spaargeld dat bij haar gestald is, minimaal 10% bij de Fed moet aanhouden als reserve en de overige 90 procent mag uitlenen. Wanneer een bank te weinig reserves heeft kan ze deze reserves bij andere banken lenen en kan ze de reserves lenen van de Fed. De Fed kan zoveel reserves creëren als ze wil.

Vrees onterecht

Nu is er bij sommigen de vrees dat de grote hoeveelheid overtollige reserves bij banken in de toekomst kan zorgen voor grote inflatie. Immers, als de banken zoveel overtollige reserves hebben, kunnen ze een enorme hoeveelheid leningen creëren, waarmee de inflatieveroorzakende geldhoeveelheden als m1 en m2 kunnen gaan oplopen. Dit klinkt plausibel, maar dat is het niet. Zoals eerder gezegd kunnen banken in principe altijd aan reserves komen (Fed kan zoveel reserves creëren als ze wil), mits ze aan de voorwaarden die de Fed hiervoor stelt voldoet, wanneer ze een tekort heeft omdat ze meer geld wil uitlenen. Het vertrouwen van de bank in de economie is dus bepalend voor de toename van inflatieveroorzakende geldhoeveelheden, in plaats van de reservebalansen (PDF).

Verkeerde denkwijze

Vergelijk het een beetje met een woonwijk en het aantal waterleidingen dat in een bepaalde omgeving wordt neergelegd. Het is logisch dat er een correlatie is tussen de toegenomen hoeveelheid huizen en de toegenomen hoeveelheid waterleidingen. Door de geplande bouw van woningen komt er ook vraag naar waterleidingen, waarna deze worden geplaatst. Men moet alleen niet denken dat, wanneer er een grote hoeveelheid waterleidingen wordt geplaatst, er ook automatisch projectontwikkelaars komen die graag een enorme hoeveelheid woningen willen plaatsen.

De geldpers bestaat niet

Nu we weten dat QE geen hyperinflatie veroorzaakt en de Fed dus ook niet enorme hoeveelheden geld in de reële economie pompt met het mogelijke gevolg dat er daardoor een hoge inflatie komt, hoeven we niet langer meer te denken dat de geldpers ons in een tweede Weimar zal brengen. Dat soort doemprofeten hoeven we niet langer meer serieus te nemen.