Business

Dijsselbloem heeft historische kans gemist

09-02-2013 10:00

Dan wrijf je toch even ongelovig in de ogen: nauwelijks is SNS-Reaal op kosten van de aandeelhouders genaast, of de verantwoordelijke minister van Financiën gunt de nieuwe zetbaas, Gerard van Olphen, een salaris van 550.000 euro. Goede mensen, zei Dijsselbloem, waren alleen voor zo’n bedrag te krijgen. Het was veel geld, gaf hij toe, maar het was “in lijn met wat in de sector betaald wordt.” Premier Rutte haastte zich vervolgens om iedereen die daarover zijn wenkbrauwen durfde optrekken als idioot weg te zetten.

Testosteronfantasten

Ook na dit zoveelste debacle gaat er dus niets veranderen. Dijsselbloem komt niet verder dan het kritiekloos napapegaaien van de zelfbenoemde genieën die de banken- en vastgoedmisère van de afgelopen twee decennia op hun geweten hebben. Mannen die zich de een na de ander ontpopten als egotrippende testosteronfantasten of erger, die zonder met hun ogen te knipperen de bedrijven onder hun hoede verwoestten en en passant ook de levens van grote aantallen mensen. Mannen die zonder zich daarover bezwaard te voelen faalden, faalden, faalden.

Ook Van Olphen is een exponent van die mentaliteit. Hij verdedigt bijvoorbeeld tot op de dag van vandaag tegen beter weten in dat andere financiële wanproduct, de woekerpolis, die van hem niet eens zo mag héten, en hij is geneert zich niet om zelfs onder de huidige omstandigheden een exorbitante beloning te bedingen. Dat maakt hem onderdeel van het probleem, niet van de oplossing.

Puinruimer

Wellicht deed Dijsselbloem er goed aan om SNS-Reaal te nationaliseren, daar zullen de historici het wel nooit over eens worden. Wel staat als een paal boven water dat de bancaire sector in al zijn geledingen zo diep gezonken is en tegelijkertijd zo glashard blijft weigeren lering te trekken uit haar eigen rampzalige optreden, dat het nu of nooit is: Het moet definitief uit zijn met de cultuur van megalomaan geavonturier, opzichtige zelffelicitatie en ongeremd smijten met andermans bezittingen. Dus ook met daartoe aanzettende krankjorumme salarissen en nog idiotere emolumenten.

Om dat punt te maken had Dijsselbloem als puinruimer bij SNS een nette, niet uitsluitend op supereuro’s lopende ambtenaar moeten benoemen, met een salaris volgens de Balkenende-norm. Dat er geen competente persoon te vinden zou zijn die voor die bijna twee ton per jaar bereid en in staat is om een bank uit te mesten, is klinkklare onzin. De meeste mensen die in Nederland op topniveau werken en hoogwaardig, moeilijk en inhoudelijk bevredigend werk doen – als echte ondernemer in het MKB bijvoorbeeld, of als vrije-beroeper, organisator, researcher of politicus – doet dat met veel plezier voor minder.

Afbreekrisico

Die 550.000 euro is niet alleen verkeerd vanwege het perverse signaal dat ervan uitgaat. Er ligt ook het ervaringsfeit dat zulke bedragen precies de verkeerde mensen aantrekken. De buitenporportionele beloningen en privileges voor topfuncties in het bankwezen – en mutatis mutandis ook elders – worden sinds jaar en dag gerechtvaardigd met dezelfde drie argumenten: (1) wij alleen kennen het kunstje, (2) wij hebben een extreem hoog afbreekrisico en (3) we gaan gewoon naar het buitenland als je niet betaalt wat wij willen. Alle drie deugen ze niet. Het aantal Nederlandse bankiers dat er sinds, pak hem beet, 1990 in is geslaagd om in Frankfurt of Londen een topbaan te scoren kun je op de vingers van één houtzagershand tellen.

Dat fameuze afbreekrisico bestaat helemaal niet, dat werd telkens keurig weggepoetst in contracten vol niet aan prestaties gebonden bonussen,  torenhoge ontslagpremies en nog gekkere garanties. Bovendien duikt binnen no time de ene na de andere mislukte hobby-tycoon als een badeend op in een volgende lucratieve positie – ons helpt ons, blijkbaar. Ten derde, en dit is de kern van de zaak: dat kunstje, dat bleken ze helemaal niet te kennen. Men prutste en prutst maar wat aan. Dat gaat vaak een tijdje goed, maar  eindigt geregeld met het verknoeide van miljarden.

Handen in onschuld

Inmiddels wast de sector zoals gebruikelijk zijn handen in onschuld. Ditmaal deed de mislukte hemelbestormer Eric de Vlieger voor zijn kornuiten bij Pauw en Witteman het vuile werk. Tja, achteraf kun je zeggen dat van die nieuwe economie niet klopte, en nu weten we dat vastgoed niet vanzelf eeuwig in waarde blijft stijgen, zoals “we” toen “allemaal” dachten. Hij kreeg geen weerwoord, maar over welke “we” had hij het eigenlijk? De mensen die destijds als freelancer door Erics wankelende mediabedrijf werden uitgeknepen en tekortgedaan, wisten bijvoorbeeld wel beter, maar niemand wou ze aanhoren. Toen het megalomane nieuwe hoofdkantoor van Cisco in Amsterdam-Zuidoost al in de bouwfase  een fiasco bleek, werd voor iedereen zichtbaar dat zowel de zogenaamde “nieuwe economie” als de Nederlandse kantorenmarkt op een drama afstevende. Dat was in 2001, nog vóór de Twin Towers.

Dat hypotheeknemers het prijzenvuur onverantwoord aanjoegen, bijvoorbeeld met meer dan honderd procent financieren op basis van twee inkomens, kon je alleen ontgaan als je het niet wílde zien – nu zijn de echtscheidingen daar en de rapen gaar. Dat de stijgende vastgoedprijzen wel moesten klappen, omdat er geen enkele intrinsieke waarde meer aan onderlag, was ook duidelijk. Huizen zijn stapels bakstenen die slijten en stukgaan. De enige redenen voor prijsstijging zijn echte investeringen, en irrationele factoren als monumentale, sentimentele of zeldzaamheidswaarde. Maar de meeste woningen in ons land zijn niet meer dan fantasieloze, inwisselbare woondozen  met een beperkte houdbaarheid.

Vastgoedelite

Wat we er ook moreel van vinden, het geklungel van de financiële en vastgoedelite van het land, inclusief toezichthouders als de Nederlandse Bank, kunnen we ons niet nog langer permitteren. Aan de top moet hoe dan ook een andere wind gaan waaien. Er moet een ander soort mensen aan het roer komen, met een andere mentaliteit en andere prioriteiten. Dijsselbloem heeft een historische kans om daarmee eindelijk een begin te maken, laten lopen. Op naar het volgende debacle.